Category:Dutch adjectives
Jump to navigation
Jump to search
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch terms that give attributes to nouns, extending their definitions.
For more information, see Appendix:Dutch adjectives.
- Category:Dutch adjective forms: Dutch adjectives that are inflected to display grammatical relations other than the main form.
- Category:Dutch diminutive adjectives: Dutch adjectives that are derived from a base word to convey endearment, small size or small intensity.
- Category:Dutch adjectives by inflection type: Dutch adjectives organized by the type of inflection they follow.
- Category:Dutch nominalized adjectives: Dutch adjectives that are used as nouns.
- Category:Dutch relational adjectives: Dutch adjectives that stand in place of a noun when modifying another noun.
Top – A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z |
Subcategories
This category has the following 3 subcategories, out of 6 total.
(previous page) (next page)N
- Dutch nominalized adjectives (0 c, 104 e)
P
- Dutch predicative-only adjectives (0 c, 92 e)
R
- Dutch relational adjectives (0 c, 1 e)
Pages in category "Dutch adjectives"
The following 200 pages are in this category, out of 6,289 total.
(previous page) (next page)N
- na
- naadloos
- naakt
- naamhaftig
- naamloos
- naamwoordelijk
- naar
- naargeestig
- naarstig
- naaststaand
- naauw
- nabeurs
- nabij
- nabijgelegen
- naburig
- nabuurlijk
- nachtactief
- nachtblind
- nachtelijk
- nachtmerrie-achtig
- nachtmerrieachtig
- nadelig
- nader
- nadrukkelijk
- naer
- naeuwkeurig
- naïef
- nakend
- nalatig
- Namibisch
- naoorlogs
- napoleontisch
- narcistisch
- narratief
- narrig
- nasaal
- nat
- nationaal
- nationalistisch
- naturistisch
- natuurgetrouw
- natuurkundig
- natuurlijk
- natuurstenen
- natuurvreemd
- nauw
- nauwgezet
- nauwkeurig
- navenant
- Neder-duytsch
- Nederduits
- Nederduitsch
- Nederduytsch
- Nederfrankisch
- nederig
- Nederlands
- Nederlandsch
- Nederlandstalig
- Nederlansch
- Nedersaksisch
- Nedersassisch
- neerbuigend
- neergeschoten
- Neerlands
- Neêrlandsch
- neerslachtig
- neerwaarts
- nefast
- negatief
- negende
- negenjarig
- negentiende
- negenvoudig
- Negerhollands
- neoklassiek
- neoliberaal
- neolithisch
- neonataal
- nep
- Nepalees
- nerveus
- net
- netelig
- netjes
- netto
- neukbaar
- neurotisch
- neutraal
- nevelig
- nevenschikkend
- nice
- nicht im Frage
- nichterig
- niet verwijtbaar werkloos
- niet-gewelddadig
- nietig
- nietsontziend
- nietsvermoedend
- nietszeggend
- nieuw
- Nieuwengels
- nieuwgekozen
- Nieuwhoogduits
- Nieuwnederlands
- nieuwsgier
- nieuwsgierig
- Nigerees
- Nigeriaans
- nijdig
- nijg
- Nijmeegs
- nijver
- nikkelen
- nikkelvrij
- niks
- Nilo-Saharaans
- nipt
- Nitrisch
- nitrisch
- nobel
- nodeloos
- nodig
- noemenswaardig
- noest
- nominaal
- nominatief
- non-binair
- nonchalant
- nooddruftig
- noodlottig
- noodwendig
- noodzakelijk
- Noord-Germaans
- Noord-Koreaans
- noordelijk
- Noordfries
- noordoostelijk
- Noords
- noords
- noordwaarts
- Noordwest-Germaans
- noordwestelijk
- Noordzeegermaans
- Noors
- Noorsch
- normaal
- nors
- nostalgisch
- Nostratisch
- notarieel
- nuchter
- nucleair
- nudistisch
- nuffig
- nukkig
- nul
- nulde
- numeriek
- Numidisch
- nurks
- nut
- nutteloos
- nuttig
O
- obees
- objectief
- obsceen
- obscuur
- obsessief
- obsidionaal
- Occitaans
- oculair
- Oegaritisch
- Oegrisch
- Oeigoers
- Oekraïens
- oer-Hollands
- Oeraals
- Oeral-Altaïsch
- Oeralisch
- Oergermaans
- oerhollands
- Oerindoeuropees
- Oerkeltisch
- oerlelijk
- Oernoords
- Oeroeralisch
- oeroud
- oersaai
- Oersemitisch
- Oerslavisch
- oersterk
- oerstom
- oeverloos
- Oezbeeks
- offensief
- officieel
- officieus
- ogenschijnlijk
- oké
- okerrood