Naar inhoud springen

Friedrich von Schlegel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Känsterle (overleg | bijdragen) op 16 dec 2004 om 14:18. (nieuw - Duits taalkundige, filosoof, letterkundige, dichter enz.)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Bestand:FSchlegel.jpg
Friedrich von Schlegel

Karl Wilhelm Friedrich Schlegel (Hannover 10 maart 1772 - Dresden 11 januari 1829), na 1815 von Schlegel, was een Duits letterkundige, literair theoreticus, dichter, filosoof en vertaler.

Hij werd geboren als zoon van de lutherse pastoor en dichter Johann Adolf Schlegel maar bracht een groot deel van zijn kindertijd door bij een oom en bij zijn oudere broer August Wilhelm Schlegel. Hij studeerde rechten en vervolgens wiskunde, wijsbegeerte, geneeskunde en klassieke talen in Göttingen en Leipzig. Nadat hij zich in 1796 als privédocent in Jena had gevestigd werd hij samen met Novalis aanvoerder van de vroeg-romantische beweging aldaar, waartoe ook Clemens Brentano, Johann Gottlieb Fichte, Friedrich von Schelling en Ludwig Tieck behoorden.

Schlegel publiceerde in 1797 het belangrijke werk Die Griechen und Römer, gevolgd door Geschichte der Poesie der Griechen und Römer in 1798. Van 1798 tot 1800 gaf hij samen met August Wilhelm het tijdschrift Athenäum uit waarin hij in aforistische vorm de tegen het classicisme van Friedrich Schiller gerichte principes van de romantiek ontwierp. Hij werkte ook mee aan andere destijds toonaangevende literatuurtijdschriften zoals Schillers Horen en Christoph Martin Wielands Teutscher Merkur. Schlegel geldt als schepper van de zogenaamde Universalpoesie die in de geest van de romantiek een synthese van alle kunsten en levenssferen eiste.

Na 1802 zwierf hij met Dorothea Veith, dochter van Moses Mendelssohn, door Europa. In Parijs gaf hij het tijdschrift Europa (1803-1805) uit en studeerde Sanskriet. Dit resulteerde in een van zijn belangrijkste werken, Über die Sprache und Weisheit der Inder (1808), dat een grote invloed op de taalwetenschap zou uitoefenen. Samen met Dorothea, die hij in 1804 huwde, bekeerde hij zich in dat jaar tot het katholicisme en wendde zich steeds meer af van de ideeën van individualisme en politieke en godsdienstige vrijheid. Hij vestigde zich vervolgens in Wenen alwaar hij diverse functies aan het keizerlijke hof bekleedde, vele voordrachten gaf en het conservatieve tijdschrift Concordia (18201823) uitgaf.

Werk (o.a.): Über das Studium der griechischen Poesie (1797); Geschichte der Poesie der Griechen und Römer (1798); Lucinde (1799, roman) Alarcos (1802, tragedie); Vorlesungen über die Geschichte (1811); Philosophie der Geschichte (1829).

Bronnen:Microsoft Encarta Enzyklopädie 2004; Microsoft Encarta Encyclopedie 2003; Wikipedia.