Categorie:Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
Index |
A - Ab - Ad - Ag - Al - Ap - As - Au - B - Be - Bi - Bo - Br - Bu - C - Ce - Ci - Co - Cr - Cu - D - De - Di - Do - Dr - Du - E - Ed - Ei - Em - Er - Ev - F - Fe - Fi - Fo - Fr - Fu |
Pagina’s in categorie "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
Deze categorie bevat de volgende 200 pagina’s, van de 6.684 in totaal.
(vorige pagina) (volgende pagina)S
- sealen
- seconderen
- seculariseren
- sedimenteren
- segmenteren
- segregeren
- seibelen
- seideren
- seinen
- seizen
- sekwestreren
- selecteren
- sensibiliseren
- separeren
- seponeren
- serveren
- settelen
- sexercisen
- shamen
- shampooën
- sharen
- shimmyen
- shinen
- shockeren
- shoulderen
- showen
- shredden
- sidderen
- siepelen
- sieperen
- sieren
- signaleren
- signeren
- sijfelen
- sijpelen
- sijperen
- simmen
- simoniseren
- simplificeren
- simuleren
- sinteren
- situeren
- sjachelen
- sjacheren
- sjaukelen
- sjeuteren
- sjezen
- sjmadden
- sjmeichelen
- sjmoezen
- sjnoderen
- sjnorren
- sjoelen
- sjoemelen
- sjokkelen
- sjorren
- sjouwen
- skateboarden
- skeeleren
- skeletteren
- skelteren
- skimmen
- skiën
- skydiven
- slaapwandelen
- slabben
- slabberen
- slachtofferen
- slagen
- slalommen
- slammen
- sleden
- sleeën
- slemmen
- slenteren
- sleunen
- sleuren
- sleutelen
- slibben
- slibberen
- slieren
- slijmen
- slijzen
- slingeren
- slobberen
- slodderen
- sloeren
- slooien
- sloven
- slowen
- sluieren
- sluimeren
- sluizen
- slungelen
- smaden
- smalen
- smeden
- smeren
- smeulen
- smiespelen
- smijdigen
- smikkelen
- smodderen
- smoeren
- smoezelen
- smoezen
- smokkelen
- smoothen
- smoren
- smuilen
- smullen
- snaaien
- snabbelen
- snarren
- snateren
- snauwen
- sneeuwen
- sneeuwruimen
- snellen
- snelwandelen
- sneukelen
- sneuvelen
- sneven
- snezen
- snibben
- snieren
- sniffelen
- snipperen
- snoeien
- snoeren
- snoeven
- snoezelen
- snookeren
- snoozen
- snorkelen
- snorren
- snotteren
- snowboarden
- snuffelen
- snuisteren
- socialiseren
- socializen
- sodemieteren
- soezebollen
- soezen
- sofisticeren
- soggen
- soigneren
- solderen
- soleren
- solidariseren
- solideren
- sollen
- solliciteren
- somberen
- sommeren
- sonderen
- sonjabakkeren
- sorteren
- souffleren
- souperen
- souteneren
- spaden
- spammen
- spankeren
- sparen
- sparren
- spartelen
- spatelen
- spatiëren
- spatteren
- specialiseren
- specificeren
- speculeren
- spelden
- spelemeien
- spelen
- spelevaren
- spellen
- spenderen
- spenen
- sperren
- spetteren
- speuren
- spieden
- spiegelen
- spieën
- spijbelen
- spijen
- spijkeren
- spijzigen
- spikkelen
- spillen
- spinnen
- spinzen
- spioneren
- splinteren
- spoeden
- spoelen
- spoilen