Naar inhoud springen

Spaans

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 16 mrt 2024 om 18:00 (→‎top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.1)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
ISO 639-3
spa
bestand
  • Spaans
  • Onregelmatig gevormde afleiding van Spanje met het achtervoegsel -s
enkelvoud meervoud
naamwoord Spaans -
verkleinwoord - -

het Spaanso

  1. (taal) een Ibero-Romaanse taal die oorspronkelijk werd gesproken in (het centrale deel van) Spanje, maar nu ook in alle Zuid- en Midden-Amerikaanse landen, met uitzondering van Brazilië en de Guyana's
    • Het Spaans is een wereldtaal. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Spaans Spaanser Spaanst
verbogen Spaanse Spaansere Spaanste
partitief Spaans Spaansers -

Spaans

  1. (demoniem) met betrekking tot Spanje of het Spaans
    • Tapas zijn Spaanse voorgerechtjes. 
erg wild en rumoerig aan toe gaan


  • IPA: /spɑːns/ of /spɑ̃ːs/

Spaans

  1. (taal) Spaans

Spaans

  1. (demoniem) Spaans


Spaans

  1. (taal) Spaans; een taal die oorspronkelijk werd gesproken in (het centrale deel van) Spanje, maar nu ook in alle Zuid- en Midden-Amerikaanse landen, met uitzondering van Brazilië en de Guyana's


Spaans

  1. (taal) Spaans; een taal die oorspronkelijk werd gesproken in (het centrale deel van) Spanje, maar nu ook in alle Zuid- en Midden-Amerikaanse landen, met uitzondering van Brazilië en de Guyana's