Naar inhoud springen

buitenaards

Uit WikiWoordenboek
een buitenaards wezen
  • bui·ten·aards
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen buitenaards buitenaardser buitenaardst
verbogen buitenaardse buitenaardsere buitenaardste
partitief buitenaards buitenaardsers -

buitenaards

  1. zijn oorsprong buiten onze planeet hebbend
    • Sommigen zien in de goden van de mythologie buitenaardse wezens die onze planeer bezocht hebben. 
  2. bovennatuurlijk, toverachtig, sprookjesachtig
     Ik keek. De gestrenge gevels met de arcades stuurden de blik met majesteitelijk gezag in de richting van de basiliek van San Marco, die met haar koepels en ronde vormen een bubbelend en bijna buitenaards contrast vormde met het wereldse machtsvertoon van het plein.[1]
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Grand Hotel Europa” (2018), ISBN 978-90-295-2622-7, p. 26
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be