Naar inhoud springen

ga voor

Uit WikiWoordenboek
  • ga voor
vervoeging van
voorgaan

ga voor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorgaan
    • Ik ga voor. 
  2. gebiedende wijs van voorgaan
    • Ga voor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorgaan
    • Ga je voor?