Naar inhoud springen

idealiseren

Uit WikiWoordenboek
  • ide·a·li·se·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
idealiseren
idealiseerde
geïdealiseerd
zwak -d volledig

idealiseren

  1. overgankelijk iets gunstiger of zelfs als ideaal beoordelen
    • Je moet zo'n vervelende actie niet zo idealiseren! 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]