Naar inhoud springen

omdoolde

Uit WikiWoordenboek
  • om·dool·de
vervoeging van
omdolen

omdoolde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omdolen
    • ... dat ik omdoolde. 
    • ... dat jij omdoolde. 
    • ... dat hij, zij, het omdoolde.