Naar inhoud springen

pitvrucht

Uit WikiWoordenboek
  • pit·vrucht
enkelvoud meervoud
naamwoord pitvrucht pitvruchten
verkleinwoord

de pitvruchtv / m

  1. van vruchten dat ze een kleine pit bevatten
    • Er bestaan pitvruchten, zoals appelen en peren, met kleine pitjes in een klokhuis. En er bestaan steenvruchten, zoals kersen, perziken en pruimen, met een dikke, harde pit in het hart. Maar dit jaar bestaat er verwarring: in de peren zit een steen. [1] 
    • Schenk: „Als we kunnen achterhalen wat die verschillen in allergeniciteit veroorzaakt, wordt het testen een stuk gemakkelijker. Veel mensen met een appel-allergie zijn ook allergisch voor kersen, perziken en andere pitvruchten. [2] 
  2. benaming van een smaak van wijn
    • Smaak: begint fluwelig en mondvullend met pitvruchten en kruiden, eik en duidelijk aanwezige tannine. In het middenrif is de smaak geëvolueerd en toont een begin van verdroging. Een pittig accent versterkt de einddronk, gekenmerkt door nootmuskaat en kruidnagel. [3] 
88 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]
  1. De Standaard 8 JANUARI 2018 KIJK UIT BIJ HET ETEN VAN EEN CONFERENCE
  2. NRC Marion de Boo 24 november 2007 Tranen van pure chocolade
  3. De Standaard 19 MEI 2007 Supermarkt of wijnhandel? door smonne wellekens
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be