Naar inhoud springen

tease

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tease

Werkwoord

vervoeging van
teasen

tease

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teasen
    • Ik tease. 
  2. gebiedende wijs van teasen
    • Tease! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teasen
    • Tease je? 
  4. aanvoegende wijs van teasen


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
tease teases

Zelfstandig naamwoord

tease

  1. kwelling
  2. toestand waarin iemand gekweld wordt
  3. flirt [1]
  4. kwelgeest, plaaggeest
vervoeging
onbepaalde wijs to  tease 
he/she/it  teases 
verleden tijd  teased 
voltooid
deelwoord
 teased 
onvoltooid
deelwoord
 teasing 
gebiedende wijs  tease 

Werkwoord

tease

  1. overgankelijk pesten, plagen, starren
  2. overgankelijk opwinden [3], opgewonden doen raken, teasen
  3. overgankelijk (v.haar) touperen
  4. overgankelijk, (textielindustrie) kaarden
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

  1. tease, Online Etymology Dictionary