Naar inhoud springen

woensdagnacht

Uit WikiWoordenboek
  • woens·dag·nacht
enkelvoud meervoud
naamwoord woensdagnacht woensdagnachten
verkleinwoord woensdagnachtje woensdagnachtjes

de woensdagnachtm

  1. (tijdrekening) de nacht van woensdag op donderdag.
    • Na de woensdagnacht volgt de donderdagmorgen. 

woensdagnacht

  1. (tijdrekening) in de nacht van de woensdag
    • Kun je woensdagnacht ook komen?