tevreden

• Geluid:  tevreden    (hulp, bestand)
• IPA: /təˈvredə(n)/

• te·vre·den

• Samenstelling van te en de datief van vrede.

tevreden

1. geen behoefte voelend om aanmerkingen te maken

   • Een tevreden lezer is ons veel waard. 

   ▸ De eerste paar weken was ik redelijk tevreden met het eten, maar ik had er geen rekening mee gehouden dat ik geen vrouw was en dus meer calorieën nodig had dan de veel kleinere ‘Hummingbird’.^[1]

• ontevreden

• (intensivering) intevreden, in- en intevreden

• tevredenstellen
• tevredene

tevreden

1. geen behoefte voelend om aanmerkingen te maken

   • Hij zat heel tevreden televisie te kijken. 

2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord: tevredenstellen

   • Dat stelde hem geenszins tevreden. 

• tevredenheid, tevredenstellen

• Het woord tevreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tevreden" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.